JASPER AERTSZ
SONNETTEN

Wieden

Men vroeg mij de brandnetels te wieden
en de strijd aan te gaan met de braambos.
Gewroet in de aarde maakt wortels los.
Ook in jezelf: beelden, hoe timide

ik was in m'n jeugd en hoe vaak de klos:
Dominees die  wilden verbieden.
Vrouwen die me na hun 'ja' verrieden.
In m'n leven dreigde scheuren, chaos.

En toen vond ik jou, lief, bonafide,
aan m'n zijde een uiterst slimme vos.
Je dood doet me nog van woede zieden.

De Wijzen leren mij nu: laat dat los.
Zij zeggen mij hoe het hoofd te bieden
aan de schijn van Eros en Thanathos.